
Ger Senden (47) en Roda JC leken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vorige maand kreeg de clubman, na ruim dertig jaar trouwe dienst, te horen dat hij weg moet. Senden kan het nog amper geloven. En hij is niet de enige. ‘Bij Roda houden sommigen niet van tegenspraak.’
Johan Cruijff was trainer van Ajax, Oranje had nog nooit iets gewonnen, Joop Zoetemelk reed nog in het profpeloton en RoboCop draaide in de bioscoop, op de dag dat een slungelige puber met het kapsel van een ontplofte poedel zich meldde bij Roda JC. Het was 1987, het jaar dat Ger(rie) Senden en de Limburgse club met elkaar verbonden werden. De rechtsback was een jongen van de straat, geboren in het ziekenhuis van Heerlen, maar opgegroeid in de Kerkraadse buurt Chevremont. De eerste twee jaar van zijn profloopbaan ging hij meestal te voet van zijn huis naar sportpark Kaalheide, een wandeling van drie kwartier. Geld voor een auto had Senden niet. Hij was te verlegen om ploeggenoten een lift te vragen. Luxe bestond niet in zijn leven. Op zijn twaalfde verloor hij zijn vader, een tot metaalbewerker omgeschoolde mijnwerker. Zijn moeder, die in de koekjesfabriek geld bijeensprokkelde voor zichzelf en haar twee zoons, overleed dertien jaar later aan een ernstige ziekte.
Roda fungeerde als gezinsvervangend tehuis voor Senden. Hij groeide uit tot de Paolo Maldini van Parkstad, maar dan zonder de glamoureuze uitstraling. Negentien jaar zwoegde hij in het geel-zwart, de enige kleuren die hij diende. FC Utrecht, FC Groningen en AZ hengelden naar de noeste waterdrager en zelfs 1. FC Köln en Schalke 04 gooiden ooit een lijntje naar hem uit. Senden nam het allemaal ter kennisgeving aan. Hij wilde maar één ding: voetballen voor Roda JC.
Daar voelde hij zich thuis, daar kende hij alles en iedereen, daar werd hij gewaardeerd. Het was de tijd dat de club regelmatig Europees voetbal speelde en zelfs KNVB-bekers won, in 1997 en 2000. De supporters herkenden zich in Senden, een man die nooit klaagde of verzaakte. Tot drie keer toe kreeg hij een black-out na het koppen van een bal. De verdediger ploegde gewoon door en moet daarvan nog steeds de gevolgen dragen. Hij kampt met ernstige klachten aan zijn nekwervels, die in het slechtste geval tot verlamming kunnen leiden.
In 2008 stopte hij als speler van Roda JC, met liefst 441 officiële duels op de teller. Senden werd uitgeluid met een afscheidswedstrijd, maar ging niet echt weg. Natuurlijk niet. Hij ging aan de slag op de commerciële afdeling en fungeerde een tijdje als perschef. Dat laatste was even wennen voor Senden, die weleens op donderdag belde met wat correcties voor een VI-verhaal dat dan al een dag in de winkels lag. De rol van team-manager paste hem beter. De Kerkradenaar was de trouwe klusjesman op de achtergrond, net als in zijn voetbaljaren. Hij regelde trainingskampen, oefenwedstrijden, eten en transport, notuleerde vergaderingen van de technische staf, maar was vooral praatpaal en probleemoplosser voor de spelers. Senden maakte ze wegwijs binnen de club, hielp ze met het vinden van woningen en auto’s, loodste ze door papierwinkels en ambtelijke molens en stond dag en nacht paraat voor hulp bij alledaagse problemen. Ooit belde een speler hem vanwege een verstopte wc.
Uren telde hij niet, maar zijn werk hield in feite nooit op en zijn weken zaten overvol. Het maakte Senden niet uit. Wat hem wél aangreep, was het verval van zijn club. Hij zag luchtfietsers komen en gaan, lieden met mooie praatjes die Roda stapje voor stapje dichter naar de afgrond brachten. Met weemoed dacht hij terug aan de no-nonsense mentaliteit en saamhorigheid van weleer. De aanstelling van Ton Caanen was voor Senden een dieptepunt. Hij kende de technisch directeur van een eerder dienstverband bij Roda, nam hoofdschuddend kennis van diens terugkeer en zag zijn wantrouwen bevestigd. Caanen lag binnen de kortste keren overhoop met trainer Darije Kalezic. Senden koos intern partij voor de Bosnische coach, wat hem door de directie niet in dank werd afgenomen. Hij nam het algemeen directeur Wim Collard en commercieel directeur Nick Janssen kwalijk dat ze Caanen zo lang de hand boven het hoofd hielden. Senden werd meermaals verzocht de leiding voortaan te ondersteunen, maar hij weigerde beleid te verdedigen waar hij niet achter kon staan.
HARTRITMESTOORNISSEN
De sfeer ging er niet op vooruit. Alle spelers en stafleden kregen premies voor handhaving, behalve de teammanager. Als Collard en eigenaar Frits Schrouff de kleed- of trainerskamer instapten, kreeg iedereen een hand. Alleen Senden werd steevast overgeslagen. Medewerkers vertelden hoe ze door directieleden tegen hem werden opgezet. Ook viel het mensen op dat zijn naam en zijn portret nooit meer werden gebruikt voor promotionele doeleinden. Senden wilde van geen opgeven weten, hoewel zijn lichaam steeds meer waarschuwingen afgaf. De oud-prof kampte de voorbije jaren met allerhande gezondheidsklachten, naar eigen zeggen mede veroorzaakt door stress op de club.
Vier weken geleden belandde hij vanwege problemen met zijn evenwichtsorgaan weer in het ziekenhuis. Eenmaal daar constateerden de artsen hartritmestoornissen. Senden werd opgenomen voor aanvullende testen. Op de derde dag ontsloeg hij zichzelf, tegen de medische adviezen in. De Kerkradenaar was door td Harm van Veldhoven uitgenodigd voor een gesprek in het Parkstad Limburg Stadion en wilde niet afzeggen. Hij was ervan overtuigd dat hij na de degradatie een van de kartrekkers van het nieuwe Roda zou gaan worden. Die donderdagochtend zouden ze vast gaan overleggen over het nieuwe seizoen, dacht Senden. Maar eenmaal bij het stadion knikte Van Veldhoven naar boven. ‘Ger, ze willen met je praten.’ Op kantoor zaten Kees Kuijken, directeur van transportbedrijf KLG, en commissaris en projectontwikkelaar Hessel Meijer te wachten. Beide ondernemers maken deel uit van de G7, het verbond van zakenlieden dat sinds de degradatie bij Roda aan de touwtjes trekt. Naast hen zat de club-advocate. Kuijken deelde mee dat de baan van Senden zou worden geschrapt, wegens bezuinigingen. Een andere functie kwam niet ter sprake.
Er lopen veel lijntjes vanuit de G7 naar de net afgetreden Collard en Janssen, die zijn rol in de directie al eerder verruilde voor een parttime-dienstverband. En ook Schrouff heeft nog altijd een belangrijke stem binnen Roda. Voor Senden was duidelijk dat hij alsnog moest bloeden voor zijn kritiek, hoewel hij die altijd binnenskamers heeft gehouden.
De volgende ochtend keerde hij met echtgenote Larissa en vriend Regillio Vrede terug naar het stadion om zijn kantoortje op te ruimen. Senden had bloemen bij zich voor twee dames van de receptie. Van Veldhoven liep hem tegen het lijf en leek niet goed te weten wat hij moest zeggen. ‘Ik heb echt voor je gevochten, Ger’, zei de Brabander, na het vertrek van Collard technisch én algemeen directeur van Roda. Senden beet op zijn lip, maar zijn echtgenote kon zich niet inhouden. ‘Dan heb je niet hard genoeg gevochten.’
STOMVERBAASD
Bovenstaande informatie is vooral afkomstig van betrokkenen en mensen uit de omgeving van Senden. Zelf houdt de voormalige rechtsback, die zich laat bijstaan door spelersvakbond VVCS, het bij een korte reactie. ‘Ik wil niemand beschadigen, de club zeker niet. Het is voor mij ook niet verstandig om nu van alles te roepen.’
Je ontslag zou heel hard zijn aangekomen.
‘Dit doet pijn, zeker weten. Een leven zonder Roda kan ik me eigenlijk niet voorstellen. Maar vooral de manier waarop alles gelopen is… En de reden die ze me hebben gegeven. Als ik nou een grootverdiener zou zijn, had ik dit misschien nog begrepen. Maar ik heb een heel modaal salaris. En over mijn werkzaamheden heb ik nooit klachten gehoord. Daarom voelt dit voor mij onterecht. Financieel schiet de club er voorlopig ook niks mee op. Ze gaan mijn werk verdelen over vier mensen, maar wat dacht je van de afkoopsom die ze mij als meest ervaren medewerker moeten meegeven? Er moet iets anders achter zitten.’
Wat dan?
‘Bij Roda zijn sommige mensen niet blij met tegenspraak. Maar ik kan er nu maar beter niet te veel over zeggen. Alles loopt nog, ik ben officieel ook nog gewoon in dienst. Ik zat al in de ziektewet toen ik de mededeling kreeg en dat zit ik nu nog steeds. De doktoren moeten eerst aangeven wanneer ik weer in staat ben te werken. Daarna is de club aan zet, niet ik. Maar ik ben nog steeds stomverbaasd. Ik zou de boel mee gaan oppakken, weer op heel veel fronten actief zijn. En dan krijg je ineens te horen dat je moet vertrekken.’
Heb je nog hoop dat je je baan terugkrijgt?
‘Pfff… Ik heb daar nu ook geen passend antwoord op. Het is heel vers nog, er kan nog van alles gebeuren. Voorlopig moet ook ik even afwachten. Ik denk wel dat ik de kwaliteiten heb om ergens anders ook goed te kunnen functioneren. Maar weg bij Roda, ja, dat zou heel vreemd zijn. Ik blijf natuurlijk wel gewoon naar de wedstrijden komen. Wat dacht je? Als het moet, koop ik gewoon een kaartje.’
Op de dag dat Senden zijn onheilstijdig kreeg, kwam Roda met een persbericht. Het ging over een ‘herstructurering van de club’ en saneringsmaatregelen, die tot een noodgedwongen afscheid van ‘een aantal medewerkers’ hadden geleid. Nergens werd Senden genoemd, laat staan bedankt voor bewezen diensten. Tot op heden is dat ook niet gebeurd. De clubicoon werd wel al van de pagina met stafleden geschrapt.
GOUDEN JONGEN
Het nieuws over Senden leidde tot verontwaardigde reacties van collega’s, supporters en oud-spelers. Vanuit die laatste groep trok iemand vorige week aan de bel. Hij had zich thuis zitten opvreten en vond het onbestaanbaar dat er geen groter protest was opgestoken. ‘Dan zeg ík wel waar het op staat’, roept Gène Hanssen, want om hem gaat het natuurlijk. Mister Roda waakt nog steeds als een ware aanvoerder over zijn jongens. En Senden is zeker een van hen. Thuis in het Duitse Teveren verhaalt Hanssen over de eerste keer dat de rechtsback met de selectie mocht trainen. ‘Gerrie woog twintig kilo en droeg voor dertig kilo aan materialen. Ballen, pylonen, noem maar op. Jan Reker was trainer. Ik weet niet wat jij van die nieuwe vindt, zei ik tegen hem, maar als díe het niet haalt, vreet ik een bezem. Als oudere jongens hadden we allemaal meteen een zwak voor hem. Ger was één van ons. Een echte teamspeler, die nooit verzaakte en alleen maar bezig was de rechtshalf en de rechtsbuiten beter te laten voetballen. Als hij tegen de vlakte ging, stond hij weer op en speelde hij verder. Een gouden jongen. Tot op de dag van vandaag wil hij maar één ding: het beste voor Roda. Prik in zijn armen en er komt geel-zwart bloed uit, ik weet het zeker. En zo eentje gooien ze eruit? Ze moeten zich kapot schamen.’
Hanssen verbaast zich al jaren over het beleid van zijn oude club. ‘In onze tijd was Roda een hechte familie. En dat is ook de enige manier waarop de club ooit weer kan opklimmen. Samen de schouders eronder, de poetsvrouw moet even belangrijk zijn als de manager. Dát heeft Roda altijd sterk gemaakt. Maar die cultuur is helemaal naar de klote geholpen. Er zijn allemaal mensen binnengekomen die vooral zichzelf belangrijk vinden. En het volk wordt allang niet meer serieus genomen! Hoe ze vorig jaar omsprongen met de spits die zijn vingertje opstak naar de supporters, die Dani Schahin. Niemand pakte hem aan. Ik had hem gelijk eruit gehaald, en na de wedstrijd had ik hem voor de tribune een microfoon in zijn handen geduwd. En nou verontschuldig jij je maar eens. Natuurlijk zijn sponsors heel belangrijk, maar zonder supporters ben je nergens. En in Kerkrade worden ze al jaren het stadion uitgejaagd. Dan speelt Roda voor lijfsbehoud in de Eredivisie, en er wordt NIET ÉÉN GELE KAART gepakt?!’
Hanssen lijkt af te dwalen. Hij wilde wat kwijt over Senden. ‘Maar het heeft allemaal met elkaar te maken. Roda is Roda niet meer. De laatste jaren is er zoveel misgegaan, maar ze houden elkaar allemaal de hand boven het hoofd. Als je een eigen mening hebt, kom je bij Roda niet binnen. Huub Stevens hebben ze weggejaagd, Mark Luijpers, Kalezic, nu Gerrie. Hij was tegen Caanen, ja. Heeft hij gelijk gekregen of niet?! Ik had ook best iets voor de club willen doen, maar denk je dat ze mij ooit zullen vragen? Ben je gek. Ze hebben liever jaknikkers. Daarom staat er nu ook niemand in de club op om te zeggen dat het niet kán wat ze doen. Ger Senden ontsla je niet. Dit is gewoon een afrekening.’
Hij zet zijn punt kracht bij met een ferme mep op de tuintafel. ‘Zo’n man is van onschatbare waarde voor de club. En niet alleen als boegbeeld. Ger regelde alles. Voor het werk dat hij deed, kreeg hij juist veel te weinig betaald.’ Ongeveer 45 duizend euro bruto op jaarbasis. Ter vergelijking: de verdedigende middenvelder verdient ruim zes keer zoveel. Hanssen wordt onpasselijk. ‘Ger heeft in zijn kleine teentje meer Roda zitten dan alles wat er de laatste tien jaar heeft rondgelopen bij elkaar. Van Veldhoven begrijp ik ook niet meer. Ik ken Harm, heb nog twee jaar met hem gevoetbald in België. Híj had dit ontslag moeten tegenhouden. Die zakenlui hebben Harm als een marionet gebruikt.’
Hanssen is nu ook van een vast ritueel beroofd. Zoals meer oud-spelers ging hij voor elke thuiswedstrijd even een kop koffie drinken op het kantoor van Senden. ‘Nu moet ik zeker bij zo’n snotneus gaan zitten?’ De oude mandekker wrijft over de littekens uit zijn slopersjaren. Plots veert hij op uit zijn stoel. ‘Vanaf nu mag Roda zich nóóit meer Koempelclub noemen. De enige echte Limburgse koempel die er nog rondliep, hebben ze deur uitgejaagd. Het is een schande. En voor mij is het de druppel. Op dit moment moet ik er nog niet aan denken naar het stadion te gaan. Roda JC zonder Gerrie is geen Roda JC meer.’
vr 27 juli 2018 om 21:34 - 27 juli 2018 om 21:34 # 45231