
De ‘Hongaarse hoop’ kwam deze winter naar Roda: ‘Van mijn vader heb ik nooit druk gevoeld, wel van buitenaf omdat hij mijn vader is’
KerkradeZalán Vancsa (20) maakte op zijn zeventiende de droom waar die zijn vader ook lang najoeg en werd na zijn debuut in de nationale ploeg gebombardeerd tot nieuwe hoop van het Hongaarse voetbal. „Ik weet dat ze over me praten, maar daar geef ik niets om, dat voedt alleen maar mijn bewijsdrang.”
>> VOETBALFAMILIE
„Mijn ouders hebben me nooit gepusht, maar het kon eigenlijk niet anders dan dat ik zou gaan voetballen. In ons gezin draaide alles om de sport. Mijn vader Miklós was profvoetballer en werkte na zijn carrière als technisch directeur bij een club in Hongarije. Mijn moeder Beata werkte bij diezelfde club op kantoor.
En mijn broer Milan was ook talentvol, heeft ook in de jeugd van een profclub gespeeld, maar is ook heel erg slim en heeft nu een of andere moeilijke baan in Zwitserland. Ik keek altijd naar hem op. Hij is elf jaar ouder. We voetbalden elke dag samen in de tuin. Hij helpt me nu nog vaak. We hebben veel contact.
Als kleine jochie, toen ik nog niet eens fatsoenlijk kon lopen, was ik al aan het voetballen. Ik hield me met één hand vast aan de bank en schopte dan tegen een bal. Elk weekend gingen we met onze vader mee naar een wedstrijd van zijn club. Thuis spraken we alleen maar over voetbal, totdat m’n moeder het genoeg vond. ‘Kom op jongens, dit is al de vijfde wedstrijd die we kijken vandaag, mag er alsjeblieft eens iets anders op?’
Zalán Vancsa: „Als kleine jochie, toen ik nog niet eens fatsoenlijk kon lopen, was ik al aan het voetballen.”
Zij zorgde ervoor dat alles bleef doordraaien bij ons thuis. Ze bracht ons naar school, naar training, zorgde dat er eten op tafel stond. Het was een hele logistieke operatie. Ik ben haar daar zo dankbaar voor, daarom speel ik nu ook met rugnummer 72 – haar geboortejaar.”
>> JONGSTE DEBUTANT
„Ik weet nog dat ik gebeld werd door een onbekend nummer. Ik was net tien minuten wakker en wilde me gaan klaarmaken voor een training. Het was de teammanager van het nationale elftal. Ik was geselecteerd voor Hongarije. Ik was in shock. Had nog helemaal niet zoveel gespeeld bij mijn club, was net zeventien.
Mijn selectie was ook niet zozeer vanwege mijn prestaties, maar meer om te laten zien: we houden je in de gaten en zien in jou een belangrijke speler voor de toekomst. Het was geweldig om het shirt te mogen dragen. Ik was de jongste debutant in héél lange tijd. Het was huge in Hongarije.
Zalán Vancsa: „ Ik was de jongste debutant in héél lange tijd. Het was huge in Hongarije.”
Ik ging na dat telefoontje direct naar beneden om het mijn ouders te vertellen. Die waren ook compleet verrast. Mijn vader heeft iets van 400 wedstrijden op het hoogste niveau in Hongarije gespeeld, maar nooit één officiële interland. Dat was het grote doel in z’n carrière, en ik had die op mijn zeventiende al bereikt. Hij was supertrots.
Hij was zelf een aanvallende middenvelder, heel technisch, heel slim. Hij doorzag het spel. Ik heb hem nooit zien spelen omdat hij op z’n 34ste stopte, maar ik ken al zijn doelpunten en acties uit mijn hoofd. Ik heb heel veel video’s van hem gekeken vroeger. Ik maak altijd grapjes dat hij zo langzaam was, maar dan zegt hij: ‘Ik kan tenminste koppen.’ Hij is niet zo groot, net als ik, maar heeft aardig wat doelpunten met zijn hoofd gemaakt.
We praten veel over het spel samen, sowieso na elke wedstrijd. Hij is heel eerlijk en direct. Dat waardeer ik. Ik hecht veel waarde aan zijn mening. Als ik niet goed heb gespeeld, houden we het meestal kort. Het moet niet alleen maar over voetbal gaan. Hij blijft ook gewoon mijn vader hè. Van hem heb ik nooit druk gevoeld om te slagen als profvoetballer, maar omdat hij mijn vader is zorgde dat wel voor druk van buitenaf. Ik werd gezien als de nieuwe hoop van het Hongaarse voetbal.”
Zalán Vancsa: „Ik ben naar Roda gekomen om mijzelf te bewijzen. Het voelt persoonlijk.”
>> INNERLIJKE HONGER
„Ik ben naar Roda gekomen om mijzelf te bewijzen. Het voelt persoonlijk. Ik geef niets om de mening van buitenstaanders. Ik weet dat ze over me praten, dat sommige mensen denken dat ik het niet red, maar dat voedt alleen maar mijn bewijsdrang.
Het afgelopen half jaar bij AA Gent heb ik mede door blessures niet veel gespeeld. Ik wil wedstrijden spelen, daarom ben ik naar Roda gekomen. Dat is nodig om me te ontwikkelen. Ik breng creativiteit in het laatste deel van het veld. Doelpunten, assists, één tegen één-acties. Ik ben fit, maar nog niet honderd procent scherp. Dat wordt met de week meer, en dan kom ik vanzelf in mijn ritme.
Ik kon ook terug naar Lommel, maar dat wilde ik niet. Begrijp me niet verkeerd, je zult van mij geen slecht woord over Lommel horen. Ik heb daar een geweldige periode gehad, er werken fantastische mensen en mijn tijd daar heeft me veel gebracht, maar nu teruggaan zou voelen alsof het afgelopen half jaar voor niets was geweest. Mentaal was dat een stap terug, een stap terug in het verleden.
Via de City-groep ben ik destijds in Lommel terechtgekomen. Ze hebben mij een paar jaar geleden gekocht en hadden een goed plan voor me. De groep heeft clubs door heel Europa waar ze spelers onderbrengen, en ze kijken ook buiten de groep wat het beste bij iemand past.
Ze besteden veel aandacht aan me. Ze volgen me op de voet. Er is iemand die wekelijks beelden met me kijkt, een fysiotherapeut waar ik gebruik van kan maken, ze geven me advies over voeding en regelen ook een appartement voor mij in de buurt. Als ik iets nodig heb, hoef ik maar te bellen. Er staan veel spelers onder contract, maar het is niet zo dat je maar een nummertje bent.”
gisteren om 09:51 - 2025-02-21 09:51:29 #367151