“Met Almere City FC ontvangen we vandaag de derde ploeg uit de top vijf binnen ruim een week tijd. Hartstikke leuk om opnieuw een dergelijke tegenstander te treffen. Al blijft het natuurlijk doodzonde dat er nog steeds geen publiek aanwezig kan zijn.
Ik begrijp goed dat het 0-0 gelijkspel van afgelopen vrijdag niet bepaald een hoge amusementswaarde had. Maar om er een open en aantrekkelijke wedstrijd van te maken, heb je twee teams nodig. Toch behaalden wij in de eerste helft, met zeventig procent balbezit, een hoog niveau. Hoewel vrijwel het complete team van Go Ahead ver terugzakte, controleerden wij de wedstrijd en wisten we nog enkele kansen te creëren. Na rust was het duel meer in evenwicht en moesten we genoegen nemen met een gelijkspel.
Met nog zeven wedstrijden te gaan, komt het einde van de competitie in zicht. Toch wordt het nog heel spannend om de play-offs te bereiken. Pas op het allerlaatste moment zullen de beslissingen vallen. We zullen het zelf moeten doen door naar boven te blijven kijken en zo hoog mogelijk te eindigen.
Hoewel de kloof met de nummer negen op de ranglijst groot is, zullen we zeker ook de vierde periode in de gaten houden. Het kan zomaar zijn dat een ‘dark horse‘ daarmee aan de haal gaat. Ook omdat de top van de ranglijst wisselvallig presteert. Dat geldt ook voor ons en in mindere mate voor Almere City. Kwalitatief zijn zij vergelijkbaar met Go Ahead Eagles. Ook Almere is in het bezit van een brede en volwassen selectie, al spelen ze met veel scorende mensen een stuk aanvallender. Het is een ploeg die vrijwel altijd in hetzelfde systeem speelt en geen rare dingen doet.
Voor wat onszelf betreft is het een kwestie van doorgaan op dezelfde weg. Inmiddels is de ontwikkeling van ons team duidelijk zichtbaar. De spelers geloven in onze manier van werken. Daarom is het belangrijk dat we ook tegen Almere durven te voetballen, iets waar ik het hele seizoen al op hamer. Belangrijk is dus dat wij vandaag opnieuw met lef spelen. Als dat lukt, hebben we de meeste kans op een goed resultaat."
Tekst: Bert Jan Boer