"Vanavond spelen we onze derde wedstrijd in een week tijd tegen een Jong-team. Na de zeges op Jong FC Utrecht en Jong AZ gaan we ook tegen Jong Ajax voor de volle winst.
De overwinning van afgelopen maandag op Jong AZ, dat de laatste vier duels had gewonnen, was zwaarbevochten maar terecht. In grote fases van de wedstrijd legden we de tegenstander de wil op. Ook in ons vorige thuisduel tegen Jong FC Utrecht werkten de weersomstandigheden bepaald niet mee, maar ook toen pakten we de drie punten.
Natuurlijk zijn er nog genoeg zaken voor verbetering vatbaar. Maar de grootste winst van de afgelopen wedstrijden is dat we, in tegenstelling tot de eerste seizoenshelft, geen punten verspeelden. Nu zetten we dit soort ontmoetingen zelfs om in winst. Dat geeft aan dat we progressie boeken en volwassener worden. Inmiddels hielden we dit seizoen twaalf keer de nul, zijn we de afgelopen zes duels ongeslagen en verloren we in de laatste achttien wedstrijden slechts eenmaal. Daarnaast is onze selectie er sinds de winterstop breder en dus sterker op geworden.
Ondertussen merk ik aan de spelers dat ze omhoog blijven kijken. Dat betekent dat ze ambitieus en gedreven zijn. Je ziet nu dat de druk bij de hoger geklasseerde clubs toeneemt. Voor veel teams is het lastig om met die spanning om te gaan. Het klinkt misschien vreemd maar als wij vanavond winnen, neemt de druk ook bij ons toe. Mogelijk gaan we dan namelijk om de prijzen spelen.
Met een soort van catenaccio-voetbal heeft Jong FC Utrecht zich in onze vorige thuiswedstrijd volledig aan ons aangepast. Dat zal vanavond totaal anders zijn. Jong Ajax, voor Eerste Divisie-begrippen een topploeg, heeft net als wij altijd aanvallende intenties. Ook Jong Ajax benadert elk duel op dezelfde manier, met welke spelers ze ook aantreden. Via de opbouw van achteruit zetten ze druk en spelen ze heel dominant op de helft van de tegenstander. De kans op een aantrekkelijk duel lijkt me dus groot. Samen met de, naar verwachting, twaalfduizend toeschouwers verheug ik me daar opnieuw enorm op!”
Tekst: Bert Jan Boer