
Hij stuift week in week uit langs de verdedigers in de eerste divisie. Na een stroeve start is aanvaller Thijmen Goppel (24) uitgegroeid tot uitblinker bij Roda JC.
Door Jimmy Leenders
„Nu gaat het goed, maar een andere keer zeggen ze weer: dat is een blinde, die kan er niks van.”
Hoewel bijnamen in het voetbal meer en meer iets van het verleden lijken, heeft Thijmen Goppel er inmiddels meerdere. De 24-jarige aanvaller, geboren in Leiderdorp, is dan ook een rechtsbuiten van de klassieke soort: razendsnel en een tikkeltje ongepolijst. Supporters doet hij tijdens een wedstrijd regelmatig vertwijfeld naar het hoofd grijpen, om ze een paar minuten later met een imponerende sprint in vervoering te brengen. De laatste weken slaat de balans door naar het laatste. Roda won vijfmaal op rij, Goppel tekende voor liefst vier assists en twee doelpunten. Met zijn snelheid brengt hij wekelijks menig verdediger aan het wankelen. Het leverde hem al bijnamen als Speedy Gonzales, Road Runner en ‘de torpedo’ op. „Hoe verzinnen ze het hè”, kan Goppel een grijns niet onderdrukken, gevraagd naar welke hij verkiest. „Ze mogen me noemen zoals ze willen. Zelfs ‘torpedo’ is prima, zolang het maar geen Thijmen is. Dat klinkt zo stom. Zodra ze me Thijmen gaan noemen, gaat het fout. Dan zit ik er niet lekker in, denk ik.” Welke bijnaam dan wel past? „Mijn vrienden noemen me altijd Goppie. Het probleem met die andere bijnamen is: over twintig jaar kom ik niet meer vooruit, dan kunnen ze die niet meer gebruiken.”
Oplader in rugzak
Hoewel Roda zijn snelheid inmiddels wekelijks ongegeneerd uitbuit, moest Goppel aanvankelijk nog even wennen aan het feit dat hij in het bezit is van zo’n wapen. En dat terwijl hij dit seizoen toch al topsnelheden van rond de 37 kilometer per uur klokte. Enigszins aarzelend: „Ik denk dat ik in dit team wel de snelste ben, ja. Soms verbaasde ik mezelf ook. Dan zag ik beelden terug en dacht ik: joh, loop ik zó hard?” Inmiddels doet hij er meer en meer zijn voordeel mee. Want er is geen kruit tegen gewassen, weet Goppel zelf ook. „Misschien lopen ze de eerste drie keer nog mee, maar laat ze dat de andere twintig keer ook maar eens doen. Er komt een moment waarop ze het niet doen. Dan ben ik weg.”
Het is snelheid die soms wel van diep moet komen. Met enige regelmaat staat hij ergens halverwege de eerste helft al met zijn handen op de knieën te hijgen, ogenschijnlijk volledig uitgeput. Om een paar minuten later weer vol gas richting de achterlijn te stormen. „Het is net alsof ik een oplader in mijn rugzak heb, weet je wel. Af en toe ben ik kapot, moet ik even bijkomen en gaat het daarna weer.” Lachend: „Gelukkig is er altijd een kwartiertje rust, da’s ook wel fijn.”
Domme dingen
Snel was Goppel altijd al, maar zo goed als de laatste weken speelde hij vaak lang niet. Begin dit seizoen belandde hij zelfs op de bank. Iets dat hem vorig seizoen bij MVV, toen nog als huurling van ADO Den Haag, ook al eens gebeurde. „Ik speelde niet goed genoeg”, is hij zelfkritisch. „Ik was bij te weinig goals betrokken. Dat ben ik nu aan het inhalen.” De meeste kritiek aan zijn adres klonk wanneer hij weer eens een prima rush afrondde met een voorzet in niemandsland, iets dat hem nu ook nog wel eens overkomt. „Ik ben er echt mee bezig hoor”, verzekert Goppel. „We beginnen daar elke training mee. En de laatste tijd scoren we veel, dus dat blijven we lekker doen, denk ik.” Ondertussen blijft hij gewoon in relatieve vrijheid over de rechterflank fladderen. „Als je geen acties maakt als buitenspeler, kun je beter thuisblijven, dat schiet niet op. Ik doe gewoon wat er in me opkomt. Soms is dat een kwaliteit, maar soms doe ik ook domme dingen. Nu gaat het goed, maar een andere keer zeggen ze weer: dat is een blinde, die kan er niks van.”
Hoe dan ook, nu het Roda voor de wind gaat, loopt Goppel nog vrolijker over het veld dan hij normaal al deed. „Plezier maken, dat is het allerbelangrijkste”, klinkt het resoluut. „We moeten sowieso proberen te genieten. Zeker als je nu om je heen kijkt”, doelt hij op corona. „Wij hebben niks te klagen. Ik ben me er echt wel bewust van dat wij het nu goed hebben.”
Plezier staat sowieso voorop bij Goppel. Geen speler in de selectie die tijdens een wedstrijd zoveel spelvreugde uitstraalt als de rappe rechtsbuiten. „Zolang ik maar lekker kan voetballen, kan lachen en een leuk team heb. Dat is heel veel waard hoor, geloof mij nou maar. Als je ergens bij een club zit waar je geen plezier hebt, zit je zo weer op het vliegtuig naar huis. Dat is veel belangrijker dan een dik salaris. Honderd procent.”
vr 26 februari 2021 om 06:25 - 26 februari 2021 om 06:25 # 210110