matrix
Jouw prikker aan
bulles van gisteravond 22:57 uur is een analyse bezien vanuit de speler op het voetbalveld die zich verongelijkt voelt omdat het publiek niet wenst dat de speler verweer voert tegen de door het publiek op hem geuite kritiek.
Het is echter niet alleen een analyse van wat de speler feitelijk ziet als hij een bepaald gebaar in de richting van het publiek maakt.
Je gaat nog een beetje verder in die prikker van gisteravond, want je voegt daaraan de retorische vraag toe: “Hoe middeleeuws is dat?”
Dat is inderdaad middeleeuws. Maar het is meer. Het is van alle tijden, en dus ook hoogst actueel.
Wellicht is het handig niet alleen maar vanuit de speler op het veld te kijken naar wat er feitelijk gebeurt op de tribune. We zouden ook eens kunnen zoeken naar de redenen daarvan. Waarom maakt het publiek misbaar als de speler een bepaald gebaar maakt naar het publiek?
Ik ga even enkele jaren terug in de tijd. Huub Stevens is trainer bij Schalke 04. Hij wenst zijn zeer veel geld verdienende voetballers duidelijk maken wie die mensen zijn die de spelers op de tribunes toejuichen en uitfluiten. Hij laat al zijn voetballers mijnwerkers kleren aantrekken en neemt ze mee naar de ondergrondse mijngangen en werkplaatsen. Dan kunnen ze eens aanvoelen hoe het is om hard te werken voor je zuur verdiende loon. Dan weten ze wat die mensen moeten doen om die 17,50 te kunnen betalen. Er zijn hier geen mijnen meer, maar er wordt hier nog steeds hard gewerkt om een klein loon te verdienen, waarvan dan een deel aan Roda wordt besteed.
Maar daarmee is de vraag naar het waarom nog niet volledig beantwoord. Het bezoeken van een voetbalwedstrijd heeft een bijzondere functie. Het zorgt voor een uitlaatklep voor iedereen die deel uitmaakt van het publiek. Alle frustraties - of (minder ernstig) teleurstellingen) die zich vanwege het werk, het gezin, de familie, een ziekte etc. in de tussentijd hebben opgestapeld, kunnen voor enkele uren gecompenseerd of verdrongen worden. De compensatie kan zitten in het uitbundig juichen en vieren van een overwinning of een goede prestatie van de voetballers. Maar de compensatie kan ook gevonden worden in het uitfluiten en uitschelden van de voetballer(s). Een voetballer die dat niet begrijpt heeft een probleem. Het probleem is dat het publiek de constante factor is en de voetballer een passant. Verder betaalt het publiek voor een deel het salaris van die voetballer. Het publiek ziet zichzelf als Roda. Het is niet voor niets dat deze website de naam ‘Wij zijn Roda’ draagt!
Dus geldt bij voetballen voor de voetballer de uitdrukking ‘wie geschoren wordt, moet stilzitten’. Het siert de speler die keiharde kritiek over zich heen te laten komen. Hij behoort zijn plaats, zijn rol, bij het voetbal te kennen.
Is dat middeleeuws? Ja, maar - zoals gezegd - het is van alle tijden en dus nog steeds hoogst actueel.
Het is het publiek dat als constante factor bepaalt welke waarden en normen het zichzelf en de voetballer oplegt. De voetballer die niet daaraan beantwoordt, wordt aan de spreekwoordelijke schandpaal gebonden. Net zoals in de middeleeuwen gebeurde. Daaraan is in het kader van dat bijzondere maatschappelijke verschijnsel dat de voetbalwereld is, helemaal niks mis.
De voetballer die vanuit een zeker gevoel van economische of maatschappelijke verhevenheid vervolgens meent het gelijk aan zijn kant te hebben en dat tijdens de wedstrijd naar het publiek laat blijken, vecht tegen de bierkaai, komt altijd bedrogen uit en verliest per definitie. En zo hoort dat, want zo is het voetbalgebeuren.