Na een dramatisch eerste seizoen speelt Nils Röseler nu met Roda JC om promotie. De laatste weken is de ervaren Duitser bovendien weer basisspeler. Zondag wacht een treffen met zijn oude club VVV, waarmee hij acht jaar geleden kampioen werd in de eerste divisie. „Je hebt zoiets al eens ervaren. In bepaalde situaties, als het spannend wordt, blijf je nu misschien iets rustiger.”
Nils, je vertelde vorig jaar dat je bij Roda het plezier in het voetbal hoopte terug te vinden. Is dat gelukt?
„Uhmm... Jawel.”
Dat klinkt niet heel overtuigend.
„Vorig jaar verliep natuurlijk niet zoals gehoopt. En begin dit seizoen begon ook dubbel. Het was voor mij de eerste keer dat ik langere tijd niet speelde. Dat is moeilijk. Als ik op de club ben of op het veld sta is het geen probleem om mezelf te pushen en motiveren, om alles eruit te halen, daarvoor vind ik het spelletje te leuk. Maar als je in de auto zit, op momenten dat je tot rust komt, ga je erover nadenken. Je kan doordeweeks nog zo hard werken, je wil toch in het weekend op dat veld staan.”
Als je te horen krijgt dat je niet gaat spelen, ga je wel nadenken: hoe zien de andere jongens mij nu? Gaan ze mijn tips nog accepteren?
Met Matisse Didden en Brian Koglin stond er een heel stabiel duo. Helpt dat dan enigszins om je reserverol te accepteren?
„Nee, eerlijk gezegd niet. Dat maakt geen verschil. Je wil gewoon op dat veld staan, of het nu slecht of goed loopt. Het zorgt voor een betere sfeer op de club, dat is prettig. En je gunt ook niemand een slechte wedstrijd of blessure, het teamsucces staat daarin wel altijd voorop.”
Door een blessure van Koglin heb je de laatste weken een basisplaats. Hoe fijn is het om weer te spelen?
„De reden dat ik nu speel is minder. Het is heel zuur voor Brian. Maar voor mij is het lekker om weer op het veld te staan. Om te laten zien dat ik betrouwbaar ben en van waarde kan zijn. Dat kan natuurlijk ook als je niet speelt, maar dat is niet hetzelfde. Ik ben iemand die jongens altijd graag helpt, ze wil coachen. Maar als je te horen krijgt dat je niet gaat spelen, ga je wel nadenken: hoe zien de andere jongens mij nu? Gaan ze mijn tips nog accepteren? Maar gelukkig werd dat goed ontvangen, waardoor ik toch het gevoel had een beetje invloed te hebben.”
Jouw eerste jaar in Kerkrade liep uit op een teleurstelling, nu gaat het voor de wind. Hoe heb jij die omslag beleefd?
„Ik denk dat er in de zomer in korte tijd een goede structuur is opgebouwd, met Bas (Sibum, red.) en Rob (Servais, red.) erbij. Vanaf dag één was er duidelijkheid: zo gaan we het doen. Dit is nodig om succesvol te zijn. Het is een homogene groep, zonder stoorzenders. Niemand voelt zich groter dan de rest. Het zijn normale jongens, en dat is gek genoeg best bijzonder in de voetballerij.”
Ik weet nog dat ik bij de kampioenswedstrijd van VVV geblesseerd was, maar de trainer, Maurice Steijn, had toch een plekje voor me bij de selectie gereserveerd. Die voelde dat goed aan. Het was echt een hele hechte groep
„Vorig seizoen hebben we er evengoed tot het einde echt alles aan gedaan om de play-offs te halen, ook al leek dat van buitenaf misschien niet zo. We hadden in het begin goede resultaten, maar geen stabiliteit. Het was de verkeerde volgorde. Nu is er vanaf het begin stabiliteit en dat hebben we steeds verder uitgebouwd. Voorbereidend werk om in een goede uitgangspositie te komen voor de laatste zes duels. Die positie willen we niet meer uit handen geven.”
Met VVV, de aankomende tegenstander, heb jij al eens zo’n promotiestrijd meegemaakt in 2016/2017. Wat kun jij je nog herinneren van dat seizoen?
„We hadden destijds een vrij kleine selectie, weet ik nog. In stond achterin met Jerold Promes, en verder Danny Post, Ralf Seuntjens, Jonathan Opoku, Clint Leemans, de gebroeders Van Crooij. We speelden niet het mooiste voetbal van de competitie, dat deed Jong Ajax met al die wereldsterren van nu: Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong, Donny van de Beek. Wij waren gewoon heel stabiel en heel succesvol.”
„Uit bij RKC stelden we toen promotie veilig, al best vroeg in het seizoen. De opluchting was toen ontzettend groot met een geweldig feest, groter dan het kampioenschap een week later. Dat was een bonus. Ik weet nog dat ik toen geblesseerd was, maar de trainer, Maurice Steijn, had toch een plekje voor me bij de selectie gereserveerd. Die voelde dat goed aan. Het was echt een hele hechte groep.”
Met Roel Janssen, Moreno Rutten en Delano van Crooij tref je zondag weer een paar oud-ploeggenoten. Heb je nog veel contact met jongens uit die tijd?
„En Jay Driessen was toen natuurlijk ook al assistent. Zo af en toe is er contact. Via sociale media. Met Delano toevallig laatst in de winterstop, toen wij een keeper zochten. En met een paar mensen van kantoor regelmatig. We hadden een leuke connectie en dat is altijd gebleven. Ik heb natuurlijk best lang in Venlo gezeten, een succesvolle tijd gehad. Veel gespeeld, belangrijk geweest. VVV is gewoon een hele fijne club. Daar heb ik m’n grootste successen behaald.”
Helpen die ervaringen van destijds nu de spanning toeneemt richting het einde?
„Zeker. Je hebt zoiets al een keer ervaren, dat helpt zeker. In bepaalde situaties, als het spannend wordt, blijf je misschien iets rustiger. Maar dat zal moeten blijken als het écht zover is. De spanning wordt op een bepaald moment wel heel groot, op die laatste speeldag tegen FC Groningen bijvoorbeeld, al zijn dat tegelijkertijd de allermooiste wedstrijden. Maar laten we hopen dat het zover niet komt, dat het daarvoor al beslist is in ons voordeel.”
za 06 april 2024 om 12:52 - 06 april 2024 om 12:52 # 324735