In Balverliefd aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week Roda JC Kerkrade, waar supporters met een noodrem gewapend zijn tegen toekomstige fantasten en oplichters.
Tot tranen toe waren ze geroerd, de die-hards die Roda JC vorige week maandagavond ondersteunden tegen Jong PSV. Thuiswedstrijden van de beloftenteams zijn doorgaans doodse bedoeningen, maar in de struikgewassen van De Herdgang broeide ditmaal de hartstocht en hunkering. Onder de tweeduizend toeschouwers waren namelijk een stuk of vijftienhonderd supporters van Roda JC Kerkrade.
Onder hen Frans Timmermans, de fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA die als aanhanger van de Kerkraadse club weer wat verder uit zijn schulp kruipt nu een terugkeer naar de Eredivisie in zicht is. En er leefde nog een kopstuk van links Nederland mee met Roda, dat in Eindhoven tot twee keer toe terugkwam van een achterstand. Na de verlossende 2-3 van Lennerd Danneels was ook Ron Meyer (42) geëmotioneerd. Door de veerkracht van het team van Bas Sibum, door het besef dat promotie nu toch wel echt dichtbij begint te komen.
Als voorzitter van de Socialistische Partij richtte Meyer gretig zijn pijlen op Timmermans, die het in aanloop naar de Europese verkiezingen moest ontgelden in een satirisch campagnefilmpje. Vijf jaar later streven ze allebei hetzelfde doel na: eerherstel voor hun geliefde koempelclub. Meyer beweert ondanks het verleden een normale verstandhouding te hebben met Timmermans, die hij langs de lijn bij Jong PSV niet gesproken heeft. ‘Ik zag later op tv zelfs pas dat Frans er ook was’, zegt de Heerlenaar. ‘Zo druk was het.’
Als Roda-fanaat en voetbalromanticus kwam hij volledig aan zijn trekken. ‘Die ontlading was te gek. Maar ook het decor. De donkere omgeving, voetbal tussen de bomen, mensen die in het bos staan te piesen. Het waren een beetje ouderwetse Kaalheide-taferelen. Ik heb ervan genoten.’
Het is twee dagen na de overwinning op Jong PSV, Meyer is terug in Eindhoven. Hij is net met enige vertraging een hotelbar in komen stuiven, om te vertellen over de revolutie die hij mee heeft helpen ontketenen bij Roda JC.
Actievoeren zit in zijn bloed. Als kind uit een arbeidersgezin groeide Meyer op in moeilijke omstandigheden, waartegen hij zich al gauw begon te verzetten. Hij werkte als schoonmaker en ging later als vakbondsman de barricaden op voor betere werkomstandigheden voor zijn beroepsgroep. Meyer organiseerde stakingen en spraakmakende protesten. Met kamelen ging hij op gesprek bij de schatrijke ‘schoonmaaksjeiks’.
Later, als voorman van de SP, bleef hij ageren tegen ongelijkheid en graaigedrag. Na de mislukte Europese verkiezingen van 2019 stapte hij op als partijvoorzitter, twee jaar geleden stopte hij als gemeenteraadslid in Heerlen. Tegenwoordig is hij directeur Nationaal Programma Heerlen-Noord. Meyer knokt voor betere leefomstandigheden in de buurt waar zijn wortels liggen en had vanochtend in Den Haag een bijeenkomst met voorvechters van andere achterstandsgebieden in Nederland. Zijn agenda is overvol.
‘Ik ben altijd bezig voor de wijk, mensen mogen mij dag en nacht alles vragen, maar er is één uitzondering: Roda gaat voor. Het is de enige blokkade in mijn agenda. Uit of thuis, ik wil geen wedstrijd missen. Thuis weten ze dat ook. Ik ken mijn vrouw 23 jaar, het was voor haar familie wel wennen. Dan was er iets met een tante of oom. Roda speelt dan. “Is dat belangrijk?” Ja! Organiseer wat je wilt organiseren, maar ik ben er niet.’ Hij kan zich niet herinneren dat zijn clubliefde als SP-voorzitter tot problemen heeft geleid. ‘Alleen dat mensen vonden dat ik niet elke keer als ik iets duidelijk wilde maken, een Roda- of voetbalmetafoor moest gebruiken.’
PASGEBOREN BABY
Deze woensdag heeft hij in Eindhoven gezelschap van een medesupporter. Het lijkt of Stefan Kapell (33) komt aansjouwen met een pasgeboren baby, zijn onderarmen geklemd om een dierbaar bezit. Het blijkt een replica van de KNVB-beker van 1997, gewonnen door Roda JC na een 4-2 overwinning op SC Heerenveen in de finale. Het origineel was van zilver en woog beduidend minder dan deze kopie, door de officiële trofeeënmaker van de voetbalbond in Zeist nagemaakt van massief brons met een zilverlaagje. Roda bestelde wel een bewaarexemplaar van de gewonnen KNVB-beker van 2000 (2-0 zege op NEC), maar van de eerste hoofdprijs in de clubhistorie was nooit meer een tastbaar bewijs terug te vinden in Kerkrade. Tot nu, met dank aan Kapell, Meyer, en de andere leden van supporterscollectief Roda 1962.
Meyer zat al op de tribune in 1997, voor Kapell kwam die finale net te vroeg. Het seizoen erop kocht hij zijn eerste seizoenkaart. Afkomstig uit Elsloo, in de Westelijke Mijnstreek, lag een voorliefde voor Fortuna Sittard meer voor de hand. Maar zijn vader werkte in Heerlen en nam hem op een dag mee naar Kaalheide. ‘Ik was meteen verkocht.’
Kapell zwierf uit naar verschillende plaatsen in het land. Tegenwoordig woont hij in Utrecht, waar hij werkzaam is als adviseur public affairs bij een post- en pakkettenbedrijf. Nog altijd is hij seizoenkaarthouder van Roda JC. ‘Er is geen stadion dat voor mij verder ligt dan het Parkstad Limburg Stadion, maar nergens anders voel ik me zo thuis.’
Kapell neemt voor thuiswedstrijden plaats op de Oosttribune. Meyer heeft een kaart op de Koempeltribune aan de overkant, waar zijn stoeltje een zinloos bestaan leidt. De vroegere vakbondsman staat tussen de andere fanatieke fans achter de goal, met altijd wel één van zijn twee zoons (Kyan van zestien, Mika van zes) naast zich. ‘Het maakt de discussies thuis makkelijker: ik heb nu medestanders’, lacht Meyer.
Zelf ging hij begin jaren negentig met een oom voor het eerst mee naar Roda. Hij mocht mee om PSV-fenomeen Romário te aanschouwen. ‘Was ik groot fan van. Net als Romário maakte ik elke voetbalwedstrijd honderden kruistekentjes, al was en ben ik niet gelovig.’ Hij ging voor Romário, maar raakte in de ban van Roda. Klassenverschillen in de maatschappij gaan hem aan het hart, over het seizoen 1994/1995 spreekt hij minstens zo gepassioneerd. Het Roda van Huub Stevens, Barry van Galen, Eric van der Luer en Raymond Atteveld, dat alleen een ongenaakbaar Ajax voor zich moest dulden in de Eredivisie.
Zijn mooiste dag beleefde Meyer in De Kuip, waar hij als jeugdspeler zelfs een voorwedstrijd mocht spelen. ‘Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar een kwartier voor de aftrap stonden wij nog op het veld. De eerste elftallen van Roda en Feyenoord moesten warmlopen aan de zijlijn. We speelden tegen de C-jeugd van Feyenoord. Zij speelden twee divisies hoger dan wij, maar we hielden ze op 1-1. Het was voor ons alsof we de wereldbeker hadden gewonnen.’ Het werd nog mooier die middag, door een 1-2 overwinning voor het team van Stevens. Beide goals voor de Limburgers werden gemaakt door Maurice Graef, de Romário van Roda: meer horecatijger dan trainingsbeest, maar altijd scherp in het strafschopgebied. Meyer adoreerde de anti-held.
TRANEN
De Heerlenaar zelf viel op zestienjarige af uit de jeugdopleiding van Roda, de club die hem nooit zou verlaten. Hij was erbij in Milaan, op de dag dat Mark Luijpers scoorde in San Siro. Ook was hij erbij in Deventer, waar Roda tien jaar geleden voor het eerst in de clubhistorie degradeerde. Hij herinnert zich de dikke tranen die in De Adelaarshorst over de wangen van zijn zoontje rolden. Meyer was erbij toen de Russische schoonspringer Alexei Korotaev in Kerkrade neerstreek en Champions League-voetbal beloofde, nog net voor hij in Dubai in de gevangenis werd gestopt.
En hij was erbij toen de oplichter Mauricio García de la Vega door supporters het stadion van Roda JC werd uitgebonjourd. Meyer had die memorabele avond geen lijfelijk aandeel in de uitzetting van de Mexicaanse pseudo-investeerder. ‘Maar ik weet nog wel dat ik er trots over twitterde. Ik was nog partijvoorzitter en kreeg behoorlijk wat kritiek op dat bericht. Later kantelde het beeld dat de rest van Nederland van De la Dieter :-) had en zag iedereen in dat die man gewoon een totale bedrieger was. Hij liep nota bene maandenlang rond in een clubkostuum dat van oud-trainer Robert Molenaar was geweest. Het paste hem niet, maar hij had helemaal geen geld voor iets anders.’ Hij stoot Kapell aan en zegt: ‘Dat pak moeten we nog een keer opsnorren, voor in het Roda-museum.’
Boeken kan Meyer volschrijven over wat hij alleen al de afgelopen tien jaar meemaakte bij zijn club. Wat er allemaal misging, vooral. ‘Sunderland ‘Til I Die kennen we allemaal. Maar die documentairemakers hadden eigenlijk in Kerkrade moeten zitten. Wat in Sunderland gebeurde, is a piece of cake vergeleken met wat wij hebben gezien. De parallellen zijn er natuurlijk. Het mijnwerkersverleden. Sunderland is groter, maar ook dat is een club die door de hoeven is gezakt, almaar dieper. En ook daar heb je de passie in een volkse omgeving. Mensen die met al hun eigen sores nog kaarsjes opsteken en doen wat ze maar kunnen om hun club te helpen.’
Kapell omschrijft het voorbije decennium als een aaneenschakeling van teleurstelling en schaamte. Een periode van steeds minder hoop, en steeds meer vrees. ‘Het ene plan was nog wilder dan het andere, maar van structureel beleid was geen sprake. Er is veel kapot gemaakt.’ Toch bleef hij Roda altijd trouw.
Ook Meyer kreeg nooit een afkeer van zijn club. ‘Wél van de clubbestuurders’, zegt hij. ‘De afgelopen tien jaar heb ik het me regelmatig afgevraagd: Wie of wat ís de club?Roda, dat zijn de mensen om me heen op de staantribune. De meesten ken ik alleen van voornaam of bijnaam. John met de paardenstaart. Ik weet: hij rijdt op de rioolwagen. Als het dan weer eens shit was, zeiden we: John, rijd die wagen eens even het veld op en haal die stront ervan af. Roda, dat is ook Sjoebe Johnny. Sjoebe is dialect voor mopperen. Zelfs als we met 4-0 voorstaan, zal Johnny nog sjoebe omdat er een bal verkeerd wordt gespeeld. Die man leeft de hele week om op vrijdag of zaterdag te kunnen schelden in het stadion. Hoe slecht het ook was: als we Johnny hoorden klagen, konden we toch altijd lachen. Scoorden we een minuut later, dan juichte hij het hardst van iedereen. Geweldig, zijn betrokkenheid bij de club. Dat is voetbalromantiek. Dat is Roda.’
PACT
De mooiste club ter wereld, voor Kapell en Meyer. Een jaar of vijf geleden, nadat met horecamagnaat Roland Hogenelst de laatste in een rij aspirant-eigenaren binnen de kortste keren van het toneel was verdwenen, konden ze de teloorgang van Roda niet langer aanzien. Ze vormden een pact met vijf andere bezorgde supporters: Martijn Kuijer, Marc Schaefer, Bart Urlings, Glenn Bock en Charles van Druten. Sommigen kenden elkaar slechts zijdelings, of alleen via internet. Meyer knikt naar Kapell: ‘Ik kende je pa, dat was ook een vakbondsman. Maar wij kenden elkaar niet.’
Geïnspireerd door vergelijkbare initiatieven in Duitsland, zoals bij Sankt Pauli, ging het zevental over tot de oprichting van Roda 1962. Geen typische supportersvereniging, maar een ledenvereniging, bedoeld om de club heelhuids naar de toekomst te loodsen. ‘Wij willen dat Roda in 2062 gezond honderd jaar oud wordt. Het liefst in de Eredivisie.’ Waar supporters doorgaans de emotionele kant van het voetbal belichamen, traden deze Roda-aanhangers juist naar voren om de club te beschermen tegen opportunisme. Tegen nieuwe luchtfietsers en oplichters. Meyer: ‘Nog een De la Vega zouden we niet overleven.’ Kapell: ‘Voor ons was het: tot hier en niet verder. Er werd roekeloos omgesprongen met onze club.’
Roda 1962 kwam op in de periode dat de leiding was overgenomen door de Phoenix Groep, een verzameling regionale ondernemers. Meyer: ‘Zij zeiden: “We willen dat de club weer van de fans wordt”. Van dat verhaal hebben wij gebruik gemaakt: Hier zijn we.’ Ze mochten hun woordje komen doen bij een vergadering met investeerders en andere beleidsbepalers. Kapell: ‘We hebben twee uur bij ze gezeten. Voor ons was het spannend, voor hen ook. We legden uit wat wij wilden: de stem van de supporter verankeren binnen de club en waken over het erfgoed van de club. De naam, de kleuren, het logo, de speelstad, de opleiding. “Je gelooft toch niet dat ik Roda in het paars ga laten spelen?”, vroeg een investeerder. Gelukkig niet, zeiden wij. Maar we weten niet wie er na jou komt.’
Meyer zwaait met een wijsvinger. ‘Wij zijn onze club al een weekend kwijt geweest. Zijn we allemaal vergeten, omdat er daarna heel veel andere ellende gebeurde. Ik doel op het Sporting Limburg-debacle. Op vrijdag was de persconferentie. Einde Roda. In de nacht van zaterdag op zondag werd mijn dochter geboren. De volgende middag zei ik tegen mijn vrouw: Schat, vind je het goed als ik even een luchtje ga scheppen? Bijna was ik de kamer uit, toen mijn vrouw me doorhad. “Hé, jij gaat toch niet naar Roda, hè?” Zou je dat erg vinden? “Ja, je hebt verdomme net een dochtertje gekregen!”’
Zo miste Meyer de thuiswedstrijd tegen Ajax, ontsierd door vliegende tribunestoeltjes en andere protesten tegen de fusie met Fortuna Sittard. ‘Op dinsdag implodeerde dat hele verhaal gelukkig alweer. Maar als supporter moet je altijd waakzaam blijven. De Phoenix Groep bekeek ons met wat argwaan. Wie zíjn die gasten, wat willen ze eigenlijk?’ Het vertrouwen groeide onder meer tijdens een etentje in Heerlen, waar de investeerders exquise lapjes vlees lieten aanrukken. Geen voer voor een arbeider, protesteerde Meyer. ‘Toen kreeg ik een frikandel.’ Kapell, lachend: ‘Wij hebben geen miljoenen op de bank, kunnen financieel geen gaten dichten, maar we kunnen wel mensen bij elkaar brengen. We daagden ze uit. Wat als wij duizend leden krijgen?, vroegen we. “Dan krijgen jullie formeel goedkeuringsrecht over de zaken die jullie genoemd hebben”, zeiden die mannen.’
NOODREM
Meer hoefden ze niet te horen. De campagne begon, supporters konden zich inschrijven voor een bijdrage van 19,62 euro per jaar. Het enthousiasme was groot, onlangs werd de mijlpaal van duizend leden bereikt. Om dat te vieren werd voor achtduizend euro een replica van de KNVB-beker besteld. Vier dagen na het interview, voorafgaand aan de derby tegen VVV-Venlo, zal Roda 1962 de beker afleveren in het Parkstad Limburg Stadion. In totaal haalde het supporterscollectief al ruim honderdduizend euro op. Over de bestemming wordt democratisch besloten. Het geld werd al gebruikt voor de aanschaf van een videoanalyse-systeem voor de jeugd, betere fitnessfaciliteiten voor het eerste elftal en het opknappen van de spelerstunnel, die nu oogt als een mijngang.
Roda 1962 organiseert ook activiteiten om de verbroedering te versterken. Er is een hardloopgroep en een wandelgroep, waarmee maandelijks een parcours tussen Parkstad Limburg en Kaalheide wordt afgelegd. Voor 28 juni staat een Roda Run gepland, met medewerking van de selectie. Met voormalige spelers en trainers zijn de banden aangehaald. ‘Drie jaar geleden waren zij ook azijnzuur over de club’, zegt Meyer. ‘Volledig terecht. Ze voelden zich niet welkom meer bij Roda, werden nergens bij betrokken.’
Met zijn medesupporters bedacht hij de Stammtisch: oud-spelers worden voor elke thuiswedstrijd uitgenodigd, krijgen wat te eten en drinken, mengen zich onder de supporters. De reacties zijn lovend. Onder de leden van Roda 1962 zijn inmiddels 125 voetballers en trainers van weleer. Van Jan Reker tot Huub Stevens, van Ernie Brandts tot Pa-Modou Kah en van Tijn van Lier, topscorer in de oertijd van de club, tot Jeanvion Yulu-Matondo, één van de vele flops tijdens de recente horrorjaren. Allemaal tellen ze weer mee bij Roda, dat zichzelf langzaam maar zeker aan het heruitvinden is als warme voetbalclub. Met dank aan een groep supporters, die de grondbeginselen zullen blijven verdedigen.
Van een fusie zal geen sprake meer zijn. ‘Tenzij de nieuwe club Roda JC heet, geel-zwart draagt en in Kerkrade speelt’, grijnst Kapell, voorzitter van Roda 1962. ‘Vanaf nu hebben wij een noodrem. Als bestuurders iets willen veranderen in de clubcultuur, dan moeten ze ons daarvan op de hoogte brengen en kunnen wij ze terugfluiten.’ Dat recht is opgenomen in de statuten, maar is wel gebonden aan voorwaarden. ‘We moeten wel duizend leden blijven houden’, zegt Meyer. ‘Vind ik ook terecht. Wij willen zelf alleen maar groter worden. Onze rol nog verder verankeren. Een positie krijgen in andere organen binnen Roda. Nieuwe doelen stellen bij vijftienhonderd, of tweeduizend leden. Daarover gaan we met de club in gesprek.’
De supporters willen zich niet gaan bemoeien met het aannamebeleid of de tactiek, benadrukt Meyer. ‘Schelden over de opstelling doen we alleen op de tribune.’ Je kunt cynisch doen over de inbreng van Roda 1962, weet de ex-politicus. Hij wijst naar het vermogen van Roger Hodenius, één van de financiers van de Kerkraadse club. ‘Als hij dertig minuten op de pot zit, kan hij wel tien van deze dingen bestellen’, zegt hij, een hand op de KNVB-beker. ‘Maar de essentie is: dat kunnen wij niet afdwingen. Het enige dat wij kunnen doen, is onszelf organiseren. Met de massa van duizend en het geld van duizend, kunnen wij óók invloed uitoefenen.’ En zo Roda helpen te overleven zonder geldshots van de gemeente, in de woorden van Meyer. ‘Die geven je als club een junkstatus.’ In zakken geld uit den vreemde gelooft hij evenmin. ‘Een zogenaamd lot in de loterij, maar waarmee je nooit wint. Wij streven naar duurzame groei.’
En natuurlijk naar de Eredivisie, die na jaren rampspoed weer lonkt. Kapell roemt trainer Bas Sibum en diens karakterploeg. ‘Het is breder dan de eerste elf, iedereen knokt mee. We hebben weer een team waarmee we ons kunnen vereenzelvigen.’ Meyer genoot afgelopoen maandagavond van verdediger Lucas Beerten, ook ná de wedstrijd. ‘Hij had aandacht voor alle supporters en ging wel driehonderd keer op de foto. Nu al een cultheld. Een gewone jongen, van wie je ziet dat hij geniet van wat hij mag doen. Dat is wat anders dan die dik betaalde spelers met wie we degradeerden.’
Het leek lang ondenkbaar, maar deze supporters geloven dat Roda een voorbeeldclub kan zijn. Een bewijs dat het loont om terug naar te gaan naar de kern, om luchtfietsende passanten buiten de deur te houden en juist de handen ineen te slaan met de achterban. Fans kunnen een club duperen, maar ook juist voor rampspoed behoeden. Kapell en Meyer voelen mee met de supporters van Vitesse en duimen zelfs dat rivaal MVV genoeg krachten weet te mobiliseren om nieuwe stormen te trotseren. ‘Welke sportieve hekel ik ook heb aan MVV, ik hoop wel dat ze het redden’, erkent Meyer. ‘Hoe kan de mooiste derby van het land nou worden gespeeld als één van de twee clubs niet bestaat?’ Lang leek het erop dat de Kerkraadse kant het eerst zou bezwijken, maar die zorgen zijn voorlopig voorbij.
Achter de schermen gaat het eindelijk weer de goede kant op bij Roda, op het veld kan de wederopstanding de komende weken worden bekroond. Kapell: ‘De spanning die we nu voelen is: Gaan we promoveren of niet? Heel wat fijner dan: Bestaat mijn club volgende week nog wel?’ Meyer knikt. Als Roda naast promotie grijpt, dan doet dat pijn maar is het leed te overzien. ‘Een club die dood en begraven leek, is weer springlevend.’
zo 14 april 2024 om 10:54 - 14 april 2024 om 10:54 # 326183