RJCinBeeld schreef:
Is er iemand in de gelegenheid om het artikel uit de Limburger over Cukur te delen?
12 augustus 2024 om 16:47
Kerkrade - Tiago Çukur (21) is een opvallende verschijning in de punt van de Roda-aanval. Hij streek deze zomer in Kerkrade neer op zoek naar vastigheid. Een kennismaking aan de hand van zijn tatoeages. „Dit was mijn droom, maar de realiteit bleek een stuk moeilijker.”
Hij is de tel inmiddels kwijt, zegt Tiago Çukur, en het is ook lastig tellen nu meerdere tatoeages één geheel vormen. Sommige vindt hij simpelweg mooi, andere zijn gezet met een knipoog of hebben een diepere lading. Ze geven zijn lichaam kleur en vertellen zijn verhaal.
Trapmuurtje
Rechterarm
„Urenlang heb ik met een bal tegen dat muurtje naast de portiek van de flat waar we woonden in Zaandam aangetrapt. Ik was een jaar of vier en met mijn vader ging ik dan oefenen. Met stickers was er een soort van doel op de muur geplakt waarop ik dan ging schieten. Daar is mijn passie voor het voetballen begonnen, het begin van mijn journey.
Daarna ben ik bij een vereniging in de buurt gaan voetballen. Op m’n zesde maakte ik de overstap naar Zeeburgia in Amsterdam, een niveautje hoger. Ik had dat zelf gevraagd, op zoek naar iets serieuzers. Als kind wist ik al heel goed wat ik wilde, hebben mijn ouders weleens verteld. Een oude ziel die toen al een sterke mening had.
Op m’n achtste werd ik gescout door Feyenoord. De eerste twee jaar werd ik gebracht door m’n ouders, daarna ging ik zelf met de trein. Het waren lange dagen. Op een gegeven moment breekt je dat op, ook in combinatie met school, en heb ik ervoor gekozen om naar AZ te gaan. Na vier jaar kwam weer die drive van dat mannetje die meer wilde en wilde ontdekken.”
„Ik ben naar Engeland gegaan, naar Watford en later naar Turkije. In het buitenland heb ik mezelf leren kennen. Je hebt tijd om na te denken, over wie je bent, over wat je wil. In mijn jongere jaren trad ik veel op de voorgrond, maar ik ben erachter gekomen dat ik eigenlijk helemaal niet zo ben. Dat is niet de persoon die ik wil zijn. Ik ben wel aanwezig, maar niet té aanwezig.
Af en toe denk ik nog wel eens terug aan dat kleine mannetje van toen. Het is een tijd die staat voor plezier. Heel veel plezier. En, maar dat besef je als kind nog niet, voor de tijd die ik samen met mijn vader doorbracht. Nu heb ik veel minder tijd om samen met hem te spenderen. Het waren kostbare uren samen, die ben ik meer gaan waarderen.
Leeuwgezin tattoo
„Die tatoeage staat voor ons gezin. Het afgelopen half jaar in Turkije ben ik het gemis van mijn ouders en zus gaan voelen en heb ik ingezien hoe hecht onze familie eigenlijk is. Ik draag ze nu altijd bij me. Een leeuw kan hard zijn om z’n familie te beschermen, maar is tegelijkertijd heel zacht en liefdevol naar de mensen om hem heen.
Het gezin is voor mij de plek waar blijdschap begint en waar ik me veilig voel om mijn hart te luchten als ik me druk maak. Het maakt niet uit hoe laat het is of hoe ver weg ze zijn, als ik een probleem heb, zijn ze er voor me. Toen ik in Londen zat, bij Watford, stonden ze binnen twee à drie uur voor m’n deur als het nodig was. Ik was zestien jaar. Het was een eenzame periode.
Mijn zus heeft toen haar werk opgezegd en is bij mij ingetrokken. Ze heeft alles achtergelaten voor mij, zodat ik me op m’n gemak voelde en gezelschap had. We schelen zeven jaar, maar waren van jongs af aan al hecht. Ik was altijd met haar op pad. Vroeger vond ze dat soms vervelend om haar kleine broertje overal mee naartoe te nemen, tegenwoordig belt ze me altijd direct op als ze iets gaat doen.
Zij kan mij heel goed lezen en zien wat ik nodig heb. Als ik diep zit, steunt ze me en tilt ze me op. Als ik begin te zweven en met m’n voetjes boven de grond ga hangen, trekt ze me terug. Het is een balans die past bij ons gezin. Mijn vader is Turks. Hij is heel streng, op voetbalgebied en het leven. Mijn moeder is half Nederlands, half Antilliaans. Zij is heel erg verzorgend.
Ze vullen elkaar aan. Als mijn vader me iets te veel op de huid zat, liet mijn moeder me juist een beetje los. En als zij me iets te veel ruimte gaf, trok hij de touwtjes weer iets strakker aan.
Mijn ouders hebben mijn keuzes altijd gesteund. Ook toen ik op m’n zestiende naar Engeland wilde gaan. Ze hebben me meegegeven om ergens vol voor te gaan. Ze zijn allebei vurig. Dat temperament heb ik ook meegekregen, maar ik ben de zachtste van ons gezin. Ik heb een grote mond en doe misschien stoer, maar ik ben eigenlijk een heel emotionele jongen. Ik laat dat niet graag zien, maar heb stiekem een klein hartje.”
Don’t give up
Rechterbeen
„In mijn beginperiode bij Watford heb ik mijn moeder op een gegeven moment huilend opgebeld: ‘Ik kom naar huis. Ik wil dit niet meer. Desnoods stop ik met voetballen, maar ik wil hier gewoon weg.’ Dat was voor mij het dieptepunt. Een donkere periode. Ik was zestien jaar, zat alleen in een appartement en had enorme heimwee.
Dit was mijn droom, maar de realiteit bleek een stuk moeilijker. Op de club had ik het naar m’n zin, maar eenmaal thuis zat ik in m’n eentje de klok vooruit te kijken, wachtend op de volgende training. Ik had niemand om mee te praten als ik thuiskwam. Niemand om te vertellen hoe mijn dag was gegaan. Die stilte was killing voor mij.
Mijn moeder zei: ‘Als je terugkomt, kom je er hier niet in.’ Dat was hard, maar wel precies wat ik nodig had. Ze wilde niets liever dan haar zoon weer thuis hebben, maar ze wist ook dat slagen in de voetballerij mijn droom was en dat ik hier doorheen moest. Toen ze de telefoon had opgelegd, is ze in tranen uitgebarsten. Het deed haar pijn om haar zoon zo ongelukkig te zien. Op dat moment wist ik dat niet, maar toen ze me dat jaren later vertelde, raakte me dat diep.
Uiteindelijk heb ik doorgezet, en daarna ook een hele leuke tijd gehad in Engeland. Achteraf ben ik mijn moeder eeuwig dankbaar dat ze toen zo hard voor me was. Toen wist ik: oké, ik moet niet opgeven. Nooit.”
Debuut voor Turkije
„Als ik het shirt van Turkije aantrek, voel ik trots. Trots om het land te mogen vertegenwoordigen. Kippenvel. Ik mocht in Izmir - de toren staat symbool voor deze stad - tien minuten invallen in de Nations League tegen Litouwen. Mijn vader en zus zaten op de tribune. Toen ik hoorde dat ik geselecteerd was, heb ik direct mijn ouders gebeld. Dat was een onbeschrijfelijk gevoel. Puur vreugde.
Vroeger gingen we elke zomer naar mijn opa en oma in Turkije. Het land geeft me een thuisgevoel. Ik word altijd warm onthaald. Ze herkennen me. Als je voor één van de drie grote clubs tekent, in mijn geval Fenerbahçe, kent iedereen je. De mensen leven daar voor het voetbal. Ik ging niet veel de straat op, omdat je telkens wordt aangeklampt. Ze zijn niet lastig, maar je levert toch een deel van je vrijheid in.
Ik werd door Fenerbahçetwee jaar lang verhuurd. Het is moeilijk om bij die club door te breken. Ik wilde niet nog een derde seizoen op huurbasis. Ik zocht vastigheid en wil minuten maken. Roda gaf me direct een goed gevoel. Ik wil aan de mensen laten zien wie ik werkelijk ben en wat ik allemaal kan.”