Het bewogen jaar van Sami Ouaissa: ‘Mensen dachten dat ik schijt had aan Roda. Ik wilde het tegendeel bewijzen, maar dat kon niet’
Nijmegen Er is veel gebeurd, concludeert voetballer Sami Ouaissa (20) uit Brunssum, maar 2024 was een „heel mooi jaar”. Een terugblik aan de hand van vijf wedstrijden. Over zijn jongensdroom, het afscheid van ‘zijn’ Roda en de echte Sami bij NEC. „Ik huil niet zo snel, maar op die dag kwamen regelmatig de tranen.”
Ik weet nog dat ik in de tweede helft een bal tegen mij aan kreeg geschoten, en ik dacht: waarom doet dit zóveel pijn? Dat kan niet. Ik had al een paar weken last van mijn kuit, en dat ging maar niet over, maar toch bleef ik doorspelen. In de dagen na de wedstrijd tegen Jong Utrecht werd de pijn steeds erger. Uit een echo bleek dat ik een breuk in mijn kuitbeen had.
Het was mijn eerste zware blessure, dat ik er langere tijd uit lag. Het moment was verschrikkelijk. Ik zat er net lekker in. Ik baalde echt flink. En op hetzelfde moment kwam mijn transfer naar NEC tot stand. Dat ging zo snel opeens. NEC had zich al eens eerder gemeld, maar Roda wilde eerst wachten tot de zomer. Ik was er daarom eigenlijk niet meer mee bezig, totdat ze zich in die laatste dagen van de transferperiode opnieuw meldden. Door mijn blessure wilde Roda toch nu al meewerken.
Voor mij was het de eerste keer dat zoiets speelde rondom mij. Ik heb dagen niet geslapen, had zoveel adrenaline. De clubs waren aan het pingpongen, totdat ze tot een akkoord kwamen, en ik werd van elke stap op de hoogte gehouden. Het was een rollercoaster, en een raar gevoel dat, toen ik eenmaal had getekend, ik aan mijn laatste maanden bij Roda bezig was.
Het was voor mij een harde eis dat ik het seizoen bij Roda zou afmaken. Eigenlijk wilde NEC mij per direct overnemen, maar dat was voor mij geen optie. Dan was de deal niet doorgegaan. Voor mij was het extra moeilijk dat ik in de weken na de transfer niet kon spelen door die blessure.
Er waren mensen die dachten dat ik schijt had gekregen aan Roda, dat ik er geen zin meer in had en een blessure fakete. Ik wilde niets liever dan het tegendeel bewijzen door op het veld alles te geven, maar dat kon niet. Ik was zo gretig om terug te komen, dat de fysio’s me echt moesten afremmen. Ik wilde Roda in mijn laatste maanden eerst nog naar de eredivisie schieten.”
Ik heb nog niet super veel wedstrijden gespeeld, maar dit is sowieso de gekste van allemaal.
Ik zie mezelf nog staan, voor de Koempeltribune met de armen gespreid. Dat is een geweldige foto. De stadionspeaker die mijn naam omroept, en vervolgens 17.000 fans die dat nog eens scanderen. Dat is niet normaal. In de jeugd werd vaak tegen mij gezegd: ‘Jij moet Roda naar de eredivisie schieten.’ Ik dacht op dat moment dat die droom was uitgekomen.
Ik had zoveel zin in die wedstrijd, kon niet wachten om te spelen. We kwamen een uur voor de wedstrijd eventjes het veld op, en iedereen begon al te zingen. Dat was magisch. Alles klopte die avond. De sfeer, we speelden goed. We hielden er vooraf ook geen rekening mee dat Groningen zou verliezen bij Telstar, maar toen de trainer in de rust vertelde dat het daar 1-0 stond, kregen we geloof.
Het mocht uiteindelijk toch niet zo zijn. Ik weet nog dat ik na afloop boos was dat al die fans het veld opkwamen. Ik zat binnen, pas toen de trainer met z’n kinderen het kleedlokaal inkwam, rende ik naar buiten, kon ik geloven dat we gepromoveerd waren. Ik wilde niet te vroeg juichen, omdat ik wist dat we dan voor lul zouden staan. Nou, dat is uiteindelijk goed gelukt. Het is de hele wereld overgegaan. Toch is het geen trauma of zo, het was een geweldige avond.”
Die laatste weken heb ik echt in een waas beleefd. We reisden echt vol vertrouwen naar Groningen. Op training lukte alles, maar in de wedstrijd pakte het niet goed uit. Ik zei na tien minuten tegen Matisse (Didden, red) en Walid (Ould-Chikh, red.): ‘we moeten iets veranderen, dit gaat de verkeerde kant op.’ Je voelt het tussen je vinger doorglippen, voelt je machteloos. We kregen het niet omgekeerd. Ik heb die wedstrijd nooit meer teruggekeken, hoeft voor mij ook niet.
Die periode zal me wel altijd bijblijven. Het had nóg veel mooier kunnen zijn, maar het was fantastisch om mee te maken. In zo’n kolkend stadion een finale om promotie, op zo’n jonge leeftijd, dat is een geweldige ervaring. Ik weet nog dat we heel vroeg daar waren. Ik stond op het veld en zag mijn ouders op de tribune zitten. We hebben toen eventjes gebeld. Ze waren zo trots, dat was een bijzonder moment.
En dan ga je er zo vanaf in de play-offs tegen NAC. Dat verdienden we niet, vind ik. Ik had me mijn einde bij Roda anders voorgesteld. Het was pijnlijk om afscheid te nemen. Op mijn vijfde begon ik in het jeugdplan van Roda, heb alle lichtingen doorlopen. Roda is mijn club. Ik huil niet zo snel, maar die laatste dag op de club kwamen regelmatig de tranen.
We hadden een barbecue als afsluiting. Ik ben zo lang mogelijk blijven zitten, ben als één van de laatsten vertrokken. Het is een heel raar gevoel om de deur van het stadion dan achter je dicht te trekken, dat is echt shit. Ik had meer willen genieten.
Je doorloopt de jeugd, breekt door op je zeventiende, wordt vervolgens basisspeler en daarna steeds belangrijker; dat is bijzonder. Ik voelde de waardering, van de mensen binnen de club, van de fans. Ook toen ik laatst terug was om afscheid te nemen. Maar als je er middenin zit, gaat het allemaal zo snel. Daar had ik best iets meer bij stil willen staan.”
„Ik was écht even toe aan vakantie, maar daarna kreeg ik vrij snel weer zin om te beginnen. Een nieuwe club, een nieuwe uitdaging. Dat is ook spannend. Ik ging voor het eerst op mezelf wonen, heb nu in appartement in de wijk Dukenburg, tien minuten buiten het centrum. Dat vond ik in het begin wel moeilijk, saai vooral. Ik kwam alleen thuis, had niemand om mee te praten.
Ik ging in die eerste maanden elke vrije dag terug naar Brunssum. Dan is het altijd even slikken om terug naar Nijmegen te rijden, als ik net eventjes met m’n familie ben geweest. Ze komen wel regelmatig deze kant op, dan blijven ze meestal slapen. En mijn ouders komen sowieso elke wedstrijd kijken.
Mijn moeder komt best wel vaak. Ze mist me. En ik haar ook. Toen ik last had van mijn rug, is ze een paar dagen overgekomen om voor me te zorgen. Dat vindt ze fijn. Dan heb ik iets meer rust. In diezelfde week maakte ik mijn eerste goal, uitgerekend tegen Fortuna. Dat was een mooi moment, met veel familie en vrienden op de tribune.
Ik merk dat ik de laatste weken steeds vaker hier blijf, dat ik daar minder moeite mee heb. Lekker een dagje vrij. Meestal blijf ik gewoon thuis. Soms ga ik met teamgenoten iets drinken, maar ik ga niet vaak de stad in, zeker niet in m’n eentje. In Limburg ging ik meestal naar buiten, op pad met vrienden, maar hier ben ik rustiger, focus ik me vooral op de eerstvolgende wedstrijd.
De wedstrijd tegen FC Twente, mijn debuut voor NEC, voelde niet per se als een bijzonder moment, eerlijk gezegd. Ik sta er ook niet zo bij stil dat ik nu in de eredivisie speel. Het niveau is hoger, maar verder voelt het eigenlijk heel gewoon, als een logische volgende stap.”
De laatste drie weken, eigenlijk sinds de wedstrijd tegen Ajax, heb ik pas echt het gevoel dat ik basisspeler ben. Ik voel me steeds meer op mijn plek, de band met de trainer wordt beter. Ook al speelde ik in het begin ook best veel, ik merkte dat ik nog niet de echte Sami was. Ik heb altijd even tijd nodig om me aan te passen. Op het veld, maar ook daarbuiten.
De eerste keer dat ik de kleedkamer binnenstapte, was ik heel rustig. De kat uit de boom kijken, een beetje aftasten. Even aankijken hoe alles verloopt. Nu kom ik iets losser, merk ik. Ik ben gewoon meer aan het praten, iets drukker. Ik heb mijn plek in de groep gevonden. En als het buiten de lijnen goed voelt, gaat het op het veld ook beter bij mij.
Het spel gaat een stukje sneller, het is tactischer, de spelers zijn iets slimmer. Daar groei je vanzelf in mee. En gelukkig gunt de club mij de tijd om te leren. Ik ben zelf ook meer met mijn sport bezig, een stukje professioneler geworden in mijn benadering. Ik let meer op mijn voeding, pak vaker mijn rust, doe ademhalingsoefeningen. Sinds kort ben ik ook aan de slag met een mental coach.
Het enige waar het nu nog aan ontbreekt, zijn mijn acties, die dribbels die ik bij Roda liet zien. En iets meer scoren. Ik sta nu op drie doelpunten, dat is prima. Maar dat komt hopelijk vanzelf, dan gaan ze de echte, échte Sami ook in Nijmegen zien.”
wo 25 december 2024 om 21:00 - 25 december 2024 om 21:00 # 358474